Evi (19): “Ik wil mijn eigen zaak beginnen. Een soort bakkerscafé, waar je kan ontbijten, lunchen en dineren. En waar je vooral kan kiezen uit veel soorten patisserie.” 

Maxime (18) wil later zijn eigen, ambachtelijke bakkerij. “Klassiek, maar gefinetuned met goeie patisserie. En ja, daar zit toekomst in. Er zijn veel openstaande jobs.”

Mastan (18): "Ik vind het heerlijk: naar school gaan en kunnen doen wat ik graag doe. Mijn plan is om een bakkerij-tearoom open te doen, later. Met alles wat ik hier heb leren maken, van dit stokbrood, tot cupcakes. Met warme gebakjes in de winter, en zelfgemaakt ijs in de zomer.”

Sergio (18): “Ik mijn eigen kleine bakkerij openen. Simpel, met wit en grof brood, met pistolets en koffiekoeken. En met worstenbroden als specialiteit. In Hoboken, waar ik woon, zijn niet veel warme bakkers meer. Maar ik ga het verschil maken. Door altijd goeie producten te gebruiken, en door altijd alles vers te maken.”

Renzo (18): "Volgend jaar zal ik mijn zevende jaar doen: specialisatie chocolade. En dan mijn eigen zaak. Ik zie ze al voor me: een grote bakkerij-chocolaterie."

Hanne (18) in de Winkel Bakker:  “Af en toe worden we naar hier gestuurd om te leren hoe we moeten verkopen. Om klantvriendelijk te leren zijn. Vandaag is het mijn toer. Maar ik doe het graag: met de mensen omgaan, een babbeltje slaan. En het is even belangrijk als het bakken zelf."

Lees het volledige artikel in Het Nieuwsblad van 30 januari 2021.